Rosé wijn
Rosé wordt gemaakt van blauwe druiven. De wijn krijgt zijn lichte kleur doordat de schillen van de blauwe druiven minder lang (vaak zelfs geen contact) bij het sap blijven dan bij de bereiding van rode wijn. Hoe langer de schillen en het sap contact hebben, des te donkerder wordt de kleur. Tijdens de traditionele vinificatie worden de druiven gekneusd en beginnen de schillen hun kleurstof aan het sap af te geven. Zodra de wijnmaker tevreden is over de inweking en kleur, worden de druiven voorzichtig geperst en schillen en sap van elkaar gescheiden. Daarna gaat de vergisting verder. Voor de type Provence rosé´s geldt een andere vinificatie. De methode Vin Gris. Hierbij worden de blauwe druiven direct geperst, zoals een witte wijn. De schilletjes komen hierdoor nauwelijks in contact met de most. Een derde techniek is de ´aderlating´. Hierbij wordt de rode wijn in wording geconcentreerder gemaakt door een gedeelte af te tappen. Hetgeen is afgetapt gaat dan als rosé op de markt. Rosé wijn is multi-inzetbaar, vaak gedronken als aperitief of bij lichte voorgerechten als quiches of salades. De lichtgekleurde rosés doen het ook prima bij de picknick, barbecue, op het strand en bij feestjes en partijen. Maar een stevige rosé zoals de Montsant Rosat en de Steff rosé kan ook prima dienst doen bij lichte vleesgerechten met kalfsvlees.