Rode wijn
Rode wijn is een type wijn die ontstaat door most van blauwe druiven enige tijd met de druivenschillen te laten vergisten. De kleurstoffen in de druivenschil geven de wijn de rode kleur. De variatie in kleuren rood wordt mede bepaald door het druivenras, het klimaat, maar ook door de lagertijd in houten of rvs cuves en de mate van flesrijping. Levendige heldere kleuren wijzen op zuur en frisse smaken. Donkere kleuren wijzen op zachtheid. De diepte van de kleuren (zwart paarse ondoorzichtige spiegel) wordt vaak bepaald door het druivenras en de mate/duur van inweking. Jonge rode wijn is vaak pioenroosrood, zwarte paars van kleur. Na enige flesrijping gaat de kleur naar kersrood, aalbessenroos en steenrood of roodbruin. Hoewel men rode wijn vaak met rood vlees of met harde, brokkelige kazen combineert, kunnen andere combinaties even smaakvol zijn. Wat een zekerheid is, is dat krachtige rode wijnen met tannines ervoor zorgen dat vette en koolhydraatrijke gerechten soepeler en lekkerder smaken. Omgekeerd geldt hetzelfde eigenlijk. Bepaalde lichtere rode wijnen, mag ook licht gekoeld, laten zich echter ook goed combineren met machtige of pittige vegetarische, dan wel verfijnde vis- of vleesgerechten. Rode wijn wordt vaak boven keldertemperatuur gedronken (omdat kamertemperatuur tegenwoordig net iets te warm is voor rode wijn), maar ook hier geldt dat het type wijn en persoonlijke smaak de keuze voor een temperatuur bepalen.